Het programma doorlopende leerroutes van OCW is inderdaad gestopt, maar de wet doorlopende leerroutes is als wet aangenomen. Het blijft mogelijk om van de mogelijkheden die in de wet staan gebruik te maken in doorlopende leerroutes. U kunt uw route blijven aanmelden bij DUO en een doorlopende of geïntegreerde route ontwikkelen en aanbieden aan uw leerlingen. In die route mogen docenten van vmbo en mbo lesgeven, geldt één onderwijstijd, mag het vmbo examen gespreid afgenomen worden en kunnen in het vmbo mbo-onderdelen afgesloten worden.
Op de website Sterk beroepsonderwijs staan bouwstenen die u kunt gebruiken bij het vormgeven van een doorlopende leerroute.
Vragen kunt u blijven stellen aan de werkgroep Sterk Beroepsonderwijs van MBO Raad, VO-raad, Connect Groen en SPV. De werkgroep denkt graag met u mee.
Dit hangt samen met de mate waarin u het vmbo- en mbo-programma heeft geïntegreerd. Geef in het gezamenlijk PTA/OER aan waar er sprake is van vak- of sectoroverstijgende programmaonderdelen (dit zijn gezamenlijke onderdelen van vmbo en mbo) en hoe u als scholen om gaat met de inzet van het personeel daarbij. Houdt daarbij rekening dat binnen het team als geheel de benodigde bekwaamheidseisen aanwezig zijn.
Het maakt niet uit op welk moment u de bpv wilt programmeren, dus dat kan prima in het zomerlek. Maar het moet altijd volgens de regels die gelden voor het bpv: dus bij een erkend leerbedrijf, met een praktijkovereenkomst, volgens het bpv-protocol, conform de ARBO-regels en onder verantwoordelijkheid van het mbo. U kunt er ook voor kiezen om bijvoorbeeld een keuzedeel in het zomerlek te programmeren of andere mbo-stof, al dan niet in een hybride vorm, te onderwijzen.
Het streven is dat iedere jongere die dat wil in elke regio op elk niveau terecht kan in doorlopende leerroutes passend bij het regionaal onderwijsaanbod. Zodat jongeren voor passende routes kunnen kiezen en elke jongere desgewenst mbo 2 kan afronden binnen het vmbo. Van elke regio wordt dan ook verwacht dat scholen en ondernemers met elkaar hierover het gesprek aangaan.
Stap 1 is er op korte termijn voor zorgen dat in elke regio tenminste één doorlopende route aanwezig is en dat u dat als school de komende jaren gaat uitbouwen. Op dit moment hebben nog niet alle regio’s één of meerdere doorlopende leerroutes. Wij dagen u om die reden uit om dit schooljaar te verkennen welke mogelijkheden er zijn om meer doorlopende routes te starten. Vooral in de techniek is dit op gang aan het komen. Belangrijk dat ook andere sectoren volgen, zoals doorlopende leerroute in de zorg hebben jongeren perspectieven te bieden.
Het programma monitort middels een landkaart de ontwikkeling. Dit is een openbare interactieve kaart, die voor iedereen terug te vinden is op de website. Zo wordt duidelijk in welke regio’s welke stappen worden gezet en kan vanuit het programma beter ingezet worden op stimulering en facilitering. Met o.a. de MBO raad, de VO-raad, Connect Groen en SPV helpen we scholen in de regio bij het realiseren van onderlinge afspraken. Mocht u nu op de kaart kijken en denken ‘hé, wij staan er nog niet tussen’, laat het ons dan weten.
U heeft, binnen de wet doorlopende leerroutes, twee mogelijkheden om een vmbo-mbo route naar niveau 2 in te richten: de geïntegreerde route en de doorlopende leerroute.
In een doorlopende leerroute wordt zowel het vmbo-diploma als het mbo-diploma op niveau 2, 3 of 4 gehaald. De geïntegreerde route is een route van vmbo basisberoepsgerichte leerweg naar mbo niveau 2 waarin een gedeelte of het gehele vmbo-examen achterwege kan worden gelaten, jongeren ontvangen dan geen vmbo-diploma. De geïntegreerde leerroute is dus een verbijzondering van de doorlopende leerroute. Als een jongere in de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo naar het gezamenlijk oordeel van de vmbo- en mbo-school meer kans heeft om succesvol een startkwalificatie te halen via deze route, kan u jongeren in de gelegenheid stellen om vanaf de bovenbouw van het vmbo een geïntegreerde leerroute te volgen.
Bij de geïntegreerde route zijn de vmbo- en mbo-school verplicht om een samenwerkingsovereenkomst af te sluiten, waarin zaken zijn opgenomen zoals in de wet is geschetst. Ook gelden de overige bepalingen die van toepassing zijn op de doorlopende leerroute: zij kunnen bijvoorbeeld ook gebruik maken van de mogelijkheid om één docententeam vorm te geven en vmbo-examens, indien (een deel van) de examens toch wordt aangeboden, te spreiden tot en met het derde leerjaar van de doorlopende leerroute.
Leerlingen kunnen met een geïntegreerde leerroute op elk gewenst moment starten. Voorwaarde is wel dat de vmbo-school en de mbo-instelling die in de route samenwerken de route bij DUO gemeld hebben, een samenwerkingsovereenkomst hebben en de plannen/het onderwijsprogramma voor deze route hebben uitgewerkt. Ook moet u samen overstapopties uitgewerkt hebben voor het geval een leerling van opleiding wil switchen.
U heeft de mogelijkheid om bekostiging aan elkaar over te dragen. Ervaring uit de experimenten leert dat hoe klein de groep ook is het mogelijk blijft om stevige geïntegreerde routes neer te zetten.
Dat is aan u. U kunt LWT blijven aanbieden. Maar als u gebruik wilt maken van de mogelijkheden van de wet is het verstandig om deze jongeren in een geïntegreerde leerroute te plaatsen.
Hou bij de keuze rekening met het feit dat een leerling in de geïntegreerde leerroute alle vmbo-leerstof (avo en beroepsgericht) aangeboden moet krijgen. LWT-leerlingen hoeven alleen Nederlands en het beroepsgerichte programma te volgen, maar moeten deze beide vakken wel met een vmbo-examen afsluiten.
Nee.
SBB stelt geen eisen aan de samenwerking, wel aan de BPV, ook als die in het vmbo start. Als een vmbo-leerling start met de BPV dan moet hij dat doen bij eer erkend leerbedrijf.
Het eigenaarschap van het versterken van het beroepsonderwijs ligt uiteraard bij u, maar wij helpen u graag. Er is vanuit het programma ondersteuning beschikbaar om te kijken naar uw vragen. Daarbij kan het gaan om inhoudelijk advies, ondersteuning op strategisch niveau of procesniveau, maar ook specifieke ondersteuning op basis van thema.
Stel uw vraag via de site en wij kijken op welke wijze we u kunnen adviseren bij de ontwikkeling en de implementatie van doorlopende leerroutes in uw regio.
Als de doorlopende leerroute volledig binnen een verticale scholengemeenschap of binnen een aoc wordt verzorgd, dat wil zeggen zowel het voortgezet onderwijs als het beroepsonderwijs binnen de doorlopende leerroute wordt verzorgd binnen dezelfde rechtspersoon, dan is er ook geen sprake van een samenwerkingsovereenkomst waarbij meerdere partijen zijn betrokken. het is dan voldoende om de gevraagde afspraken vast te leggen in een interne regeling.
Zodra de verticale scholengemeenschap of het ROC de doorlopende leerroute samen met een andere vo-school of mbo-instelling verzorgt, dient er een samenwerkingsovereenkomst gesloten te worden.
Nee, dat hoeft niet. Het is van belang om een voorgenomen besluit tot samenwerking voor advies voor te leggen aan de medezeggenschapsorganen binnen de scholen. Deze organen hebben adviesrecht ten aanzien van samenwerkingen met andere scholen of instellingen.
Daar maakt u afspraken over in de samenwerkingsovereenkomst onder het kopje overstapopties.
Als er overigens sprake is van een verkorte geïntegreerde route die tussen de 2 – 3 jaar duurt, ligt het in sommige gevallen meer voor de hand om de jongere deze route te laten voltooien om hem/haar vervolgens voor een nieuwe opleiding niveau 2 of 3 in het mbo te laten kiezen in een ander opleidingsdomein of naar een andere kwalificatie.
De wet bevat de mogelijkheid voor de vmbo- en mbo-school om bekostiging aan elkaar over te dragen bij het ontwikkelen en uitvoeren van een doorlopende leerroute. Hierdoor kan een partnerschool die een deel van het onderwijs uitvoert en nog geen, of daar niet langer bekostiging voor ontvangt, daarvoor ook financieel worden gecompenseerd.
Te denken valt aan afspraken over de omvang en wijze van de bekostiging; en in geval van overdracht, de omvang en de bestemming van de over te dragen middelen (bijvoorbeeld begeleiding-, examineringskosten, materiële kosten of kosten voor de inzet van personeel).
Het is belangrijk om onderling een zo goed mogelijke inschatting te maken van de omvang van specifieke kosten voor de doorlopende leerroute. In de realiteit zullen sommige posten duurder of goedkoper uitvallen dan andere, daarom is een gedetailleerde begroting niet altijd effectief.
Zorg er altijd voor dat je tussentijds goed evalueert zodat er ruimte is voor aanscherping en verbetering.
Zie voor meer informatie de bouwsteen financiële afspraken, daarin staan ook enkele tips van vmbo- en mbo-scholen.
Als u vanwege samenwerking in het verleden al een samenwerkingsovereenkomst met elkaar hebt gesloten, bijvoorbeeld doordat u mee heeft gedaan aan de experimenten, is het belangrijk dat u met elkaar bekijkt of over alle onderwerpen die de wet minimaal vraagt afspraken staan in uw samenwerkingsovereenkomst. Mochten er onderwerpen ontbreken dan kunt u die in een bestaande overeenkomst aanvullen.
Voor het mogen aanbieden van een doorlopende leerroute hoeft geen aanvraag ingediend te worden. U moet uw doorlopende leerroute wel melden bij RIO, ook als het een voortzetting is van een vakmanschapsroute.
Dat is zeker mogelijk. U kunt een samenwerkingsovereenkomst afsluiten als u gezamenlijk een of meerdere doorlopende leerroutes in gaat richten, maar u mag ook met elke partner een aparte samenwerkingsovereenkomst afsluiten.
De experimenten lopen nog door t/m het schooljaar 2021/2022. Daarna kan alleen nog worden ingeschreven op de nieuwe doorlopende leerroutes.
Hebt u nog jongeren die deelnemen aan het experiment? Dan kunnen deze jongeren het experiment afmaken en ingeschreven blijven staan op de elementcode die daarvoor van toepassing was.
Ja, dat kan.
De informatie over de fase is opgenomen in het overzicht basisregister onderzoek (OBO). De accountant kan controle of de student ook inderdaad onderwijs in die fase volgt volgens de administratie van de vo-school of mbo-instelling.
In het herziene toezichtskader van de onderwijsinspectie, dat in augustus 2021 van kracht wordt, wordt rekening gehouden met het onderwijsrendement van leerlingen in een doorlopende leerroute.
De eerste twee jaar van de doorlopende leerroute valt onder de VO-bekostiging, daarna valt de route onder de MBO bekostiging. Daarnaast is er de mogelijkheid tot overdracht van de bekostiging tussen VO en MBO.
Voor het VO-deel is het vmbo verantwoordelijk, voor het mbo-deel (ook als dat in het vmbo start) het mbo.
Er kunnen verschillende redenen ten grondslag liggen aan het feit dat de jongere na een (paar) jaar de doorlopende leerroute niet kan of wil voortzetten. Voorbeelden hiervan zijn een verhuizing, het niveau van de opleiding blijkt niet goed aan te sluiten bij de capaciteiten van de jongere of de jongere besluit tussentijds een andere opleiding te willen volgen. Als deelname van een jongere aan een doorlopende leerroute vmbo-mbo tussentijds wordt beëindigd, dan moeten de vmbo- en mbo-school gezamenlijk ervoor zorgen dat de jongere alsnog in staat wordt gesteld om een diploma te halen. Afhankelijk van het moment waarop de deelname wordt beëindigd kan dat een vmbo-diploma of een mbo-diploma zijn. In de samenwerkingsovereenkomst maakt u afspraken over deze overstapoptie. Ervaringen uit de experimenten leren dat een vmbo- en mbo-school ervoor zorgen dat een jongere dan op een passende plek terecht komt.
Volgens de Wet telt de jongere de eerste twee jaar van de doorlopende leerroute mee voor het VO, de volgende jaren voor het mbo.
Voor DUO geldt dat jongeren meetellen voor de bekostiging in het mbo op het moment dat ze op 1 oktober van het schooljaar staan ingeschreven op een mbo-instelling met een kenmerk doorlopende leerroute-mbo in de inschrijving.
In de geïntegreerde route kunt u er voor kiezen om delen of het gehele vmbo-examinering achterwege te laten. Het is wel van belang dat in het onderwijsprogramma alle vmbo-stof behandeld wordt, het is een keuze aan de school wanneer en hoe dit wordt aangeboden. Niet ieder vak hoeft los op het rooster. Dubbelingen in de eindtermen vo en het kwalificatiedossier mbo kunnen bijvoorbeeld tegelijk worden verzorgd. Zo kunnen onderdelen van het beroepsgerichte vmbo-programma geïntegreerd worden met de modulen van het mbo (bijvoorbeeld een of meerdere keuzevakken – keuzedeel). Er zijn daarnaast vak- en sectoroverstijgende onderdelen die doorlopend kunnen worden geprogrammeerd, zoals Nederlands. Maar de stof van bijvoorbeeld Nask I moet een PIE-leerling hebben gehad als hij zijn mbo-diploma haalt.
Als u denkt dat dit de kwaliteit van uw opleiding niet ten goede komt, moet u niet voor een verkorting kiezen. De wet biedt ruimte om hiervan gebruik te maken, u bent hiertoe niet verplicht als u met een doorlopende leerroute aan de slag gaat.
In de onderwijsprogramma’s van het vmbo en de aanverwante mbo-opleiding zit echter vaak overlap. Dit leidt regelmatig tot onnodige herhaling. Deze herhaling kan met de integratie van het vmbo- en mbo- onderwijsprogramma in een doorlopende leerroute, worden geschrapt. Wij raden u aan om hier wel serieus naar te kijken. Hierdoor ontstaat namelijk ruimte in het onderwijsprogramma. Deze ruimte kan worden besteed aan verdieping of verbreding van de opleiding. Daarnaast zijn er ook jongeren die extra begeleiding nodig hebben om een startkwalificatie te halen. De ruimte die vrijkomt in het onderwijsprogramma van de doorlopende leerroute kan voor die jongeren worden ingezet voor extra begeleiding en ondersteuning.
Een andere optie is dat de opleiding wordt verkort. Verkorting kan aantrekkelijk zijn voor jongeren die sneller willen en kunnen en voor jongeren die willen doorstuderen. De mogelijkheid om de opleiding te verkorten maakt het beroepsonderwijs voor deze jongeren uitdagender en aantrekkelijker. Het geldt voor jongeren vaak als belangrijke motiverende factor om aan doorlopende leerroute mee te doen.
Het doel van de doorlopende leerroute is dat jongeren een passend en uitdagend opleidingsprogramma wordt geboden om het beste uit zichzelf te laten halen.
Vanaf het eerste jaar van een doorlopende leerroute kunt u de jongere een BPV laten volgen (dus vanaf leerjaar 3 van het vmbo). De BPV moet wel plaatsvinden bij een erkend leerbedrijf en aan de mbo-eisen voldoen.
Dezelfde faciliteiten als u voor het reguliere onderwijsprogramma nodig heeft, er is niets extra’s nodig.
Stages zijn nooit verplicht in het vmbo. U heeft wel de ruimte om vanaf de eerste jaar van de route al te starten met BPV. Als u dat doet moet de BPV, die meetelt voor het mbo-deel van de route, wel bij een erkend leerbedrijf plaatsvinden.
Dat is afhankelijk van het onderwijsprogramma dat u afspreekt, er is erg veel ruimte voor maatwerk binnen doorlopende leerroutes.
Op de website Sterk Beroepsonderwijs worden regelmatig voorbeelden van doorlopende leerroutes gepubliceerd en ook tijdens webinars (die via de website terug te zien zijn) wordt hier aandacht aan besteed.
Nee, daar is helemaal geen sprake van. Wanneer een jongere een doorlopende leerroute wil volgen, dan maakt hij deze keuze op hetzelfde moment als dat nu gekozen wordt voor een vmbo-profiel, in de loop van het 2e jaar van het vmbo.
Bij de keuze voor een doorlopende leerroute kiest de jongere niet alleen voor een vmbo-profiel, maar ook voor een verwant opleidingsdomein of kwalificatie in het mbo. Scholen organiseren dit binnen het onderwijsprogramma vaak door jongeren in het 3e jaar van het vmbo te laten oriënteren op verschillende mogelijkheden in het mbo waarna door jongeren, nadat ze echt kennis hebben gemaakt met verschillende beroepscontexten, steeds gerichter wordt gekozen.
Doorlopende leerroutes zijn dus geen smalle keuze. Veel van deze jongeren hebben al een beeld van de sector waarin ze een opleiding willen volgen. Dit betekent niet dat deze jongeren al precies weten wat ze willen worden, maar zijn al wel geïnteresseerd in bijvoorbeeld techniek of dienstverlening. Overigens kunt u de route natuurlijk wel ‘smal’ inrichten, als u denkt dat dit het beste aansluit bij de situatie in uw regio of de kansen voor de jongeren.
Een doorlopende leerroute in de techniek is zeker haalbaar. Een dergelijke route hoeft overigens niet smal te zijn ingericht. Als vmbo- en mbo-scholen samenwerken, kan het opleidingsaanbod in de regio geborgd worden. Dalende jongerenaantallen binnen het beroepsonderwijs en veranderend keuzegedrag van jongeren voor vervolgonderwijs maken een meer regionale benadering van het onderwijsaanbod noodzakelijk. Het gesprek over doorlopende leerroutes in uw regio kan een trigger zijn om technisch beroepsonderwijs met elkaar te behouden.
Overigens zien we vanuit het profiel dienstverlening en producten (D&P) en het praktijkgerichte programma Technologie & toepassing richting het Techniek domein ook mooie voorbeelden in de praktijk.
Een doorlopende leerroute kan het best vorm gegeven worden als er sprake is van verwante doorstroom van een profiel in het vmbo naar een kwalificatie in het mbo, maar dit hoeft niet, ook vanuit een brede vmbo-opleiding kan een doorlopende leerroute met het mbo vorm gegeven worden en leerlingen kunnen switchen van profiel in domein A naar een kwalificatie in domein B, in de beide laatste gevallen zal het voordeel van de leerling minder zijn, maar kunnen onderdelen als Nederlands, Engels, burgschap en LOB wel in elkaar geschoven worden.
Nee, dat kan niet. Het gaat altijd om een samenwerking tussen vmbo- en mbo-school (of meerdere scholen), daarin blijft het mbo dus ook verantwoordelijk voor de mbo-examinering en -diplomering. Overigens kan de hele route dan wel op de vmbo-locatie worden gevolgd en afgesloten (incl. mbo-examens), maar mbo dient betrokken te zijn.
Het achterweg laten van het examen kan alleen in een geintegreerde leerroute van de basisberoepsgerichte leerweg naar niveau 2 van het mbo.
Een leerling in een geintegreerde leerroute hoeft geen examen te doen. Het is echter wel van belang dat in het onderwijsprogramma de vmbo-stof behandeld wordt.
U kunt overigens juist in een geïntegreerd programma een aantal van de kernvakken ook doorlopend programmeren, te denken valt aan Nederlands, Rekenen, Maatschappijleer – burgerschap. Voor een vak als Lichamelijke opvoeding is dit wellicht lastiger, maar daarvoor geldt ook dat jongeren dit in de route wel moeten volgen.
De eerste twee jaren van de doorlopende leerroute is de jongere ingeschreven op de vmbo-school. De vmbo-school is in die periode ook verantwoordelijk voor de naleving van wet- en regelgeving zoals opgenomen in de WVO. Enige uitzondering hierop is dat de mbo-school te allen tijde verantwoordelijk blijft voor het mbo-onderwijs en de mbo-examinering en -diplomering.
Na twee jaren wordt de jongere overgeschreven naar de mbo-school. Vanaf dat moment wordt de mbo-school verantwoordelijk voor de naleving van wet- en regelgeving opgenomen in de WEB en is de mbo-school ook het eerste aanspreekpunt voor de jongere. De regels opgenomen in de WEB over bijvoorbeeld de verzuimregistratie, verwijdering, de klachtprocedure en de medezeggenschap zijn vanaf dat moment van toepassing op de jongeren. Ook hier geldt weer dat de enige uitzondering is dat de vmbo-school verantwoordelijk blijft voor vmbo-examinering en -diplomering.
De ambitie van het programma Sterk beroepsonderwijs is dat iedere jongere die dat wil in elke regio op elk niveau terecht kan in doorlopende leerroutes. Van elke regio wordt dan ook verwacht dat bestuurders van vmbo en mbo-scholen en ondernemers met elkaar het gesprek aangaan over wat er nodig is om te zorgen voor een voldoende divers aanbod van beroepsonderwijs dat aansluit op de wensen van jongeren en de regionale arbeidsmarkt.
Stap 1 is er om op korte termijn er voor te zorgen dat in elke regio tenminste één doorlopende route aanwezig is en dat u dat als school de komende jaren gaat uitbouwen. Zodat jongeren voor passende doorlopende leerroutes kunnen kiezen en elke jongere desgewenst mbo 2 kan afronden binnen het vmbo.
De geïntegreerde leerroute is er alleen voor jongeren die de leerroute starten in de vmbo-bb, omdat een deel van de jongeren in deze leerweg extra begeleiding nodig heeft om een startkwalificatie op mbo 2-niveau te halen. Met het wegvallen van het vmbo-examen ontstaat er ruimte voor dit maatwerk. Zo kan een mbo 2-opleiding binnen een doorlopende leerroute ook worden behaald zonder het vmbo-diploma.
Het vmbo-kb hebben andere doorstroomperspectieven. De kader-leerling stroomt door naar een mbo 3 of 4-opleiding, van belang is dat hij/zij het vmbo-examen heeft behaald.
Jongeren moeten in een route naar niveau 3 en 4 een vmbo-diploma halen.
Het vmbo-examen mag wel over drie jaar (leerjaar 3 en 4 vmbo, leerjaar 1 mbo) gespreid worden afgenomen.
Een geintegreerde route kan alleen aangeboden worden aan leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg die hun leerweg vervolgen in een mbo-opleidingen niveau 2.
Nee, dat gaat niet, beide diploma’s (vmbo en mbo) moeten naar niveau 3 en 4 worden behaald.
Het vmbo-examen mag wel over drie jaar (leerjaar 3 en 4 vmbo, leerjaar 1 mbo) gespreid worden afgenomen.
Ja, dat mag. Voor de vakken die u afsluit moet u wel een PTA maken.
Het is niet helemaal duidelijk wat er met deze vraag wordt bedoeld, maar we interpreteren het als een vraag naar de ruimte om vmbo-examen af te ronden. Dat kan in een doorlopende leerroute in leerjaar 3n en 4 van het vmbo en in leerjaar 1 van het mbo, dus dan is het antwoord op de vraag ‘Ja’. De doorlopende leerroute kan deels of helemaal op de mbo-school of het leerbedrijf worden aangeboden, dat geldt ook voor de afronding van het vo-deel. Het vo blijft wel verantwoordelijk voor de vmbo-examinering en diplomering, ook als dat niet op de eigen vmbo-locatie wordt gegeven.
Ja, dat mag. Bedrijven bieden leeromgevingen die het beroepsonderwijs niet kunnen bieden. Daarmee verweef je het schoolse leren met het leren in de beroepspraktijk, wat vaak de motivatie van jongeren ten goede komt. Het geïntegreerd aanbieden van beroepsgericht onderwijs binnen de bpv kan zeker van meerwaarde zijn.
De wet biedt ook ruimte om meer bpv-uren en wat minder begeleide onderwijsuren (bot) te verzorgen gedurende de doorlopende leerroute. Dit zal met name aan de orde zijn als de leerroute hybride is. Het kan ook andersom, minder bpv-uren en meer bot-uren. In dergelijk gevallen legt het bevoegd gezag van de school het afwijkende programma voor instemming voor aan de medezeggenschapsraad, omdat een afwijking van de onderwijstijd moet worden opgenomen in de schoolgids en in het schoolplan.
De bpv mag in het vmbo starten, maar moet dan wel plaatsvinden in een erkend leerbedrijf en voldoen aan de eisen die het mbo aan bpv stel.
In principe kunnen alle vakken worden afgesloten in leerjaar 3. Welke vakken u afsluit hangt sterk af van de keuzes die u hier als samenwerkingspartners in maakt.
Het examenprogramma van een doorlopende leerroute wordt neergelegd in een gezamenlijke PTA/OER. Voor het opstellen van het examenprogramma kan geput worden uit het PTA en de OER die geldt voor het afzonderlijke vmbo-programma dan wel de mbo-opleiding. In de handreiking PTA/OER die op de website staat wordt dit uitgewerkt en worden voorbeelden gegeven.
Alle vakken moeten in de doorlopende leerroute aan de orde komen, het is een keuze aan de school hoe dit wordt aangeboden. Niet ieder vak hoeft dus los op het rooster. Dubbelingen in de eindtermen vo en het kwalificatiedossier mbo kunnen bijvoorbeeld tegelijk worden verzorgd. Zo kunnen onderdelen van het beroepsgerichte vmbo-programma geïntegreerd worden met de modulen van het mbo. Er zijn daarnaast vak- en sectoroverstijgende onderdelen die in het onderwijsprogramma doorlopend kunnen worden geprogrammeerd. Te denken valt aan de kernvakken, zoals Maatschappijleer – Burgerschap.
Voor een doorlopende of geïntegreerde leerroute bent u als vmbo en mbo-school samen verantwoordelijk. Hoe u die verantwoordelijkheid in de praktijk vorm geeft legt u vast in de samenwerkingsovereenkomst.
Docenten maken afspraken over de wijze waarop leerstof aan de orde komt. In een doorlopende leerroute moet alle leerstof van vmbo en mbo aan de orde komen, deze mag (als er sprake is van overlap) in elkaar geschoven worden en gelijktijdig aangeboden en getoetst worden.
In een doorlopende leerroute mag het onderwijs in elkaar geschoven worden, zo kan mbo-stof op het vmbo aangeboden worden en vmbo-stof op het mbo. Een leerling moet vmbo-examen doen (in alle avo-vakken en het beroepsgerichte programma). Dit examen mag afgenomen gespreid afgenomen worden in leerjaar 3 en 4 van het vmbo en leerjaar 1 van het mbo. Met het mbo-examen mag gestart worden in leerjaar 3 van het vmbo. Het VO is verantwoordelijk voor het vmbo-examen, het mbo- voor het mbo-examen.
Leerlingen kunnen in leerjaar 3 vmbo starten met bpv, maar moeten dat dan wel doen bij een erkend leerbedrijf en moeten voldoen aan de eisen die het mbo aan bpv stelt.
In een geïntegreerde leerroute hoeven vmbo-bb leerlingen geen vmbo-examen te doen.
Meer informatie vindt u op de website van DUO.
In de wet is het volgende overgangsrecht geregeld: Het uitgangspunt is dat alle doorlopende leerroutes die vanaf 1 augustus 2020 worden aangeboden, voldoen aan de eisen die de wet aan een doorlopende leerroute stelt. Uitzondering daarop zijn de doorlopende leerroutes die zijn gestart als experiment. Deze routes mogen tot 31 juli 2022 nog voldoen aan de eisen die zijn gesteld in het Besluit doorlopende leerlijnen vmbo-mbo 2014-2022 en de daarbij behorende Uitvoeringsregeling experimenten doorlopende leerlijnen vmbo-mbo 2014-2022. Jongeren die op 31 juli 2022 deze doorlopende leerroute nog niet hebben afgerond kunnen gebruik maken van de ‘uitvaloptie’ zoals opgenomen in het Besluit doorlopende leerlijnen vmbo-mbo 2014-2022. Vanaf 1 augustus 2022 moeten álle doorlopende leerroutes voldoen aan de eisen die in de wet zijn gesteld.
Nee. Het wetsvoorstel doorlopende leerroutes/ sterk beroepsonderwijs regelt ruimte om als vmbo-school en mbo-instelling gezamenlijk een opleiding vorm te geven. Hierbij blijven de verantwoordelijkheden voor examinering en diplomering zoals ze zijn. Het vo kan dus niet zonder een mbo-instelling een doorlopende route inrichten, uitvoeren en diploma’s uitgeven. Hetzelfde geldt voor het mbo. Een mbo-instelling heeft een vo-school nodig om een doorlopende leerroute te bieden.
Scholen en instellingen die een doorlopende leerroute vmbo-mbo willen starten dienen deze samenwerking met elkaar formeel vorm te geven in een samenwerkingsovereenkomst. In dit format vindt u alle onderdelen waar ten minste afspraken over gemaakt moeten worden. Mocht u een doorlopende leerroute vmbo-mbo vormgeven met meerdere scholen en/of instellingen, dan kan er één overeenkomst worden opgesteld, waaraan alle partijen deelnemen.
Op de website vindt u bouwstenen die u kunt gebruiken bij het opzetten van doorlopende leerroutes. Daarnaast vindt u op de wesbite voorbeelden van regio’s die doorlopende leerroutes vorm hebben gegeven.
De doorlopende leerroutes zullen dezelfde mate van ruimte bieden, als die voor het mbo wordt gecreëerd.
Hiervoor geldt dezelfde extra ruimte als in een reguliere mbo-opleiding.
Daar komt bij dat er nog extra mogelijkheden zijn (zie schema bouwsteen studieduur onderwijstijd). Bijvoorbeeld: 3 studiejaren = 3000 uur; 2400+250= 2650. 350 uur kunnen of als extra BOT- of als bpv-uren worden ingezet.
Daarnaast biedt de wet bewust de ruimte om af te wijken van het minimale aantal onderwijsuren.
Ja, dat mag. Bedrijven bieden leeromgevingen die het beroepsonderwijs soms niet kunnen bieden. Daarmee verweef je het schoolse leren met het leren in de beroepspraktijk, wat vaak de motivatie van jongeren ten goede komt. Het geïntegreerd aanbieden van beroepsgericht onderwijs binnen de bpv kan zeker van meerwaarde zijn.
De wet biedt overigens ook ruimte om meer bpv-uren en wat minder begeleide onderwijsuren (bot) te verzorgen gedurende de doorlopende leerroute. Dit zal met name aan de orde zijn als de leerroute hybride is. Het kan ook andersom, minder bpv-uren en meer bot-uren. In dergelijke gevallen legt het bevoegd gezag van de school het afwijkende programma voor instemming voor aan de medezeggenschapsraad, omdat een afwijking van de onderwijstijd moet worden opgenomen in de schoolgids en in het schoolplan.
Nee, die zijn er niet.
Overigens geldt op landelijk niveau geen vastgestelde urentabel. Het is aan de scholen te bepalen hoeveel uren ze aan bepaalde vakken/leergebieden besteden.
Dit is zeker mogelijk.
Bij het aanbieden van een doorlopende leerroute hebben vo-school en mbo-school de mogelijkheid om de totale opleiding één jaar korter te laten duren.
Verkorting van de opleiding is geen doel op zich, maar kan het resultaat zijn van het geïntegreerde programma. Doordat overlap uit het programma wordt gehaald, programmaonderdelen worden geïntegreerd/gecombineerd of het “zomerlek” wordt gebruikt voor het onderwijs, is het goed mogelijk om binnen de verkorte studieduur een programma van voldoende kwaliteit aan te bieden.
In de doorlopende leerroute is het daarnaast mogelijk om, net als in de reguliere mbo-opleiding het geval is, van het minimale aantal onderwijsuren af te wijken, mits de opleiding aantoonbaar van voldoende kwaliteit is.
Ja, dat mag. Bedrijven bieden leeromgevingen die het beroepsonderwijs niet kunnen bieden. Daarmee verweef je het schoolse leren met het leren in de beroepspraktijk, wat vaak de motivatie van jongeren ten goede komt. Het geïntegreerd aanbieden van beroepsgericht onderwijs binnen de bpv kan zeker van meerwaarde zijn.
De wet biedt ook ruimte om meer bpv-uren en wat minder begeleide onderwijsuren (bot) te verzorgen gedurende de doorlopende leerroute. Dit zal met name aan de orde zijn als de leerroute hybride is. Het kan ook andersom, minder bpv-uren en meer bot-uren. In dergelijk gevallen legt het bevoegd gezag van de school het afwijkende programma voor instemming voor aan de medezeggenschapsraad, omdat een afwijking van de onderwijstijd moet worden opgenomen in de schoolgids en in het schoolplan.
De bpv mag in het vmbo starten, maar moet dan wel plaatsvinden in een erkend leerbedrijf en voldoen aan de eisen die het mbo aan bpv stel.
De teambevoegdheid is een belangrijke voorwaarde om de samenwerking in een doorlopende leerroute goed vorm te geven, daarom worden hier geen pilots mee gedraaid maar is dit structureel mogelijk gemaakt in de wet.
De ervaringen met de teambevoegdheid worden gemonitord en zijn inbreng voor de discussie over de toekomst van het bevoegdhedenstelsel voor het voortgezet onderwijs.
In een doorlopende leerroute vmbo-mbo kunnen docenten gezamenlijk één team vormen. De basis van een doorlopende leerroute vmbo-mbo is een gezamenlijk onderwijsprogramma. Hierbij is het essentieel dat docenten samen dat programma samenstellen, het onderwijs op elkaar afstemmen en verzorgen. De teambevoegdheid in het wetsvoorstel biedt de mogelijkheid om een gezamenlijk docententeam te vormen voor vak- en sectoroverstijgende programmaonderdelen (dit zijn gezamenlijke onderdelen van vmbo en mbo). Daarmee zijn leraren en docenten breder inzetbaar dan alleen in het eigen onderwijstype. Binnen het team als geheel moeten de benodigde bekwaamheidseisen per programmaonderdeel aanwezig zijn. De docent die voldoet aan de bekwaamheidseisen voor een bepaald programmaonderdeel is verantwoordelijk voor de kwaliteit van dit onderdeel. Het onderwijsteam kan en mag er dus bijvoorbeeld voor kiezen om in een programmaonderdeel dat in vmbo en mbo aan de orde komt, bijv. een mbo-instructeur lassen met een pdg in het eerste jaar en/of tweede jaar van een doorlopende route (leerjaar 3 en 4 van het vmbo) het onderdeel lassen aan vmbo-leerlingen te verzorgen.
Het onderwijsteam kan en mag er bijvoorbeeld voor kiezen om in een programmaonderdeel dat in vmbo en mbo aan de orde komt, bijv. een mbo-instructeur lassen met een pdg in het eerste jaar en/of tweede jaar van een doorlopende route (leerjaar 3 en 4 van het vmbo) het onderdeel lassen aan de jongeren te verzorgen.
Het is echter niet zo dat die instructeur vervolgens bevoegd wordt om bijvoorbeeld het vak wiskunde te verzorgen op het vmbo. Het gaat dus echt om de inzet op de vak- en sectoroverstijgende programmaonderdelen (dit zijn gezamenlijke onderdelen van vmbo en mbo).
Dit hangt samen met de mate waarin u het vmbo- en mbo-programma heeft geïntegreerd. Geef in het gezamenlijk PTA/OER aan waar er sprake is van vak- of sectoroverstijgende programmaonderdelen (dit zijn gezamenlijke onderdelen van vmbo en mbo) en hoe u als scholen om gaat met de inzet van het personeel daarbij. Houdt daarbij rekening dat binnen het team als geheel de benodigde bekwaamheidseisen aanwezig zijn.
In een doorlopende leerroute vmbo-mbo kunnen docenten gezamenlijk één team vormen. De basis van een doorlopende leerroute vmbo-mbo is een gezamenlijk onderwijsprogramma. Hierbij is het essentieel dat docenten samen dat programma samenstellen, het onderwijs op elkaar afstemmen en verzorgen.
De teambevoegdheid in de wet biedt de mogelijkheid om een gezamenlijk docententeam te vormen voor vak- en sectoroverstijgende programmaonderdelen (dit zijn gezamenlijke onderdelen van vmbo en mbo). Daarmee zijn leraren en docenten breder inzetbaar dan alleen in de eigen onderwijssector. Binnen het team als geheel moeten de benodigde bekwaamheidseisen per programmaonderdeel aanwezig zijn. De docent die voldoet aan de bekwaamheidseisen voor een bepaald programmaonderdeel is verantwoordelijk voor de kwaliteit van dit onderdeel, ook als er voor dat programmaonderdeel een instructeur wordt ingezet.
Dit hangt samen met de mate waarin u het vmbo- en mbo-programma heeft geïntegreerd. Dit hoeft u niet zo concreet uit te werken in de samenwerkingsovereenkomst. Geef in het gezamenlijk PTA/OER aan waar er sprake is van vak- of sector-overstijgende programmaonderdelen (dit zijn gezamenlijke onderdelen van vmbo en mbo) en hoe u als scholen om gaat met de inzet van het personeel daarbij. Houdt daarbij rekening dat binnen het team als geheel de benodigde bekwaamheidseisen aanwezig zijn.
Een leerwerktraject is volgens de wet een reguliere route in de basisberoepsgerichte leerweg. Voor deze leerlingen kan een doorlopende leerroute ontwikkeld worden.
Een vo-school die een leerwerktraject aan wil bieden moet dat altijd doen in samenwerking met het mbo en moet met dat mbo een samenwerkingsovereenkomst voor het leerwerktraject sluiten, naast een samenwerkingsovereenkomst voor de doorlopende leerroute. Zonder samenwerkingsovereenkomst kan er geen leerwerktraject aangeboden worden. In de samenwerking worden afspraken gemaakt over de doorstroom van leerlingen van het vmbo naar het mbo.
Jaarlijks bieden ongeveer 180 scholen een leerwerktraject aan. Er is dus ervaring met leerwerktrajecten.
Ja, vmbo-leerlingen kunnen al tijdens hun vmbo-opleiding starten met BPV. Voorwaarden zijn wel dat de BPV plaatsvindt in een erkend leerbedrijf, dat er een BPV-overeenkomst afgesloten wordt, dat leerlingen opdrachten uitvoeren die passen binnen de mbo-opleiding die ze gaan volgen, dat bedrijf en leerlingen zich houden aan de richtlijnen bijv. rond Arbo-wetgeving (jonge leerlingen mogen nog niet alle werkzaamheden verrichten) en dat de BPV beoordeeld wordt door iemand van het mbo of in samenwerking met iemand vanuit het mbo.
BPV op het mbo is verplicht, zonder een voldoende afgesloten BPV kan een student geen diploma behalen. Stage op het vmbo is niet verplicht, ook leerlingen die geen stage lopen kunnen een vmbo-diploma behalen.
Met een doorlopende leerroute wordt een route bedoeld die gebruik maakt van de mogelijkheden die de wet biedt, dus bijv. gezamenlijk onderwijs, gespreid examen, in het vmbo starten met (een deel van) de mbo-opleiding, werken vanuit een gezamenlijke visie en een gezamenlijk PTA/OER, gebruik maken van de mogelijkheid om de teambevoegdheid in te zetten en dat allemaal op basis van afstemming van de inhoud van de programma’s en een samenwerkingsovereenkomst tussen vmbo en mbo. In een doorlopende leerlijn worden programma’s vooral inhoudelijk op elkaar afgestemd, maar wordt er geen gebruik gemaakt van de wettelijke mogelijkheden zoals die hierboven staan. Vaak vormt een doorlopende leerlijn de start van de ontwikkeling van een doorlopende leerroute.
Dat is aan u. U kunt LWT blijven aanbieden. Maar als u gebruik wilt maken van de mogelijkheden van de wet is het verstandig om deze jongeren in een geïntegreerde leerroute te plaatsen.
Hou bij de keuze rekening met het feit dat een leerling in de geïntegreerde leerroute alle vmbo-leerstof (avo en beroepsgericht) aangeboden moet krijgen. LWT-leerlingen hoeven alleen Nederlands en het beroepsgerichte programma te volgen, maar moeten deze beide vakken wel met een vmbo-examen afsluiten.
Het streven is dat iedere jongere die dat wil in elke regio op elk niveau terecht kan in doorlopende leerroutes passend bij het regionaal onderwijsaanbod. Zodat jongeren voor passende routes kunnen kiezen en elke jongere desgewenst mbo 2 kan afronden binnen het vmbo. Van elke regio wordt dan ook verwacht dat scholen en ondernemers met elkaar hierover het gesprek aangaan.
Stap 1 is er op korte termijn voor zorgen dat in elke regio tenminste één doorlopende route aanwezig is en dat u dat als school de komende jaren gaat uitbouwen. Op dit moment hebben nog niet alle regio’s één of meerdere doorlopende leerroutes. Wij dagen u om die reden uit om dit schooljaar te verkennen welke mogelijkheden er zijn om meer doorlopende routes te starten. Vooral in de techniek is dit op gang aan het komen. Belangrijk dat ook andere sectoren volgen, zoals doorlopende leerroute in de zorg hebben jongeren perspectieven te bieden.
Het programma monitort middels een landkaart de ontwikkeling. Dit is een openbare interactieve kaart, die voor iedereen terug te vinden is op de website. Zo wordt duidelijk in welke regio’s welke stappen worden gezet en kan vanuit het programma beter ingezet worden op stimulering en facilitering. Met o.a. de MBO raad, de VO-raad, Connect Groen en SPV helpen we scholen in de regio bij het realiseren van onderlinge afspraken. Mocht u nu op de kaart kijken en denken ‘hé, wij staan er nog niet tussen’, laat het ons dan weten.
U heeft, binnen de wet doorlopende leerroutes, twee mogelijkheden om een vmbo-mbo route naar niveau 2 in te richten: de geïntegreerde route en de doorlopende leerroute.
In een doorlopende leerroute wordt zowel het vmbo-diploma als het mbo-diploma op niveau 2, 3 of 4 gehaald. De geïntegreerde route is een route van vmbo basisberoepsgerichte leerweg naar mbo niveau 2 waarin een gedeelte of het gehele vmbo-examen achterwege kan worden gelaten, jongeren ontvangen dan geen vmbo-diploma. De geïntegreerde leerroute is dus een verbijzondering van de doorlopende leerroute. Als een jongere in de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo naar het gezamenlijk oordeel van de vmbo- en mbo-school meer kans heeft om succesvol een startkwalificatie te halen via deze route, kan u jongeren in de gelegenheid stellen om vanaf de bovenbouw van het vmbo een geïntegreerde leerroute te volgen.
Bij de geïntegreerde route zijn de vmbo- en mbo-school verplicht om een samenwerkingsovereenkomst af te sluiten, waarin zaken zijn opgenomen zoals in de wet is geschetst. Ook gelden de overige bepalingen die van toepassing zijn op de doorlopende leerroute: zij kunnen bijvoorbeeld ook gebruik maken van de mogelijkheid om één docententeam vorm te geven en vmbo-examens, indien (een deel van) de examens toch wordt aangeboden, te spreiden tot en met het derde leerjaar van de doorlopende leerroute.
Leerlingen kunnen met een geïntegreerde leerroute op elk gewenst moment starten. Voorwaarde is wel dat de vmbo-school en de mbo-instelling die in de route samenwerken de route bij DUO gemeld hebben, een samenwerkingsovereenkomst hebben en de plannen/het onderwijsprogramma voor deze route hebben uitgewerkt. Ook moet u samen overstapopties uitgewerkt hebben voor het geval een leerling van opleiding wil switchen.
Nee. Voor de jongeren die in de geïntegreerde route zitten, zal geen sprake zijn van een negatief oordeel op deze onderdelen.
In een doorlopende leerroute wordt zowel het vmbo-diploma als het mbo-diploma op niveau 2, 3 of 4 gehaald. De geïntegreerde route is een route van vmbo BB naar mbo niveau 2 waarin een gedeelte of het gehele vmbo-examen achterwege kan worden gelaten, jongeren ontvangen dan geen vmbo-diploma. Deze route is dus een verbijzondering van de doorlopende leerroute. Als een jongere in de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo naar het gezamenlijk oordeel van de vmbo- en mbo-school meer kans heeft om succesvol een startkwalificatie te halen via deze route, kan u jongere in de gelegenheid stellen om vanaf de bovenbouw van het vmbo deze route te volgen.
Het eigenaarschap van het versterken van het beroepsonderwijs ligt uiteraard bij u, maar wij helpen u graag. Er is vanuit het programma ondersteuning beschikbaar om te kijken naar uw vragen. Daarbij kan het gaan om inhoudelijk advies, ondersteuning op strategisch niveau of procesniveau, maar ook specifieke ondersteuning op basis van thema.
Stel uw vraag via de site en wij kijken op welke wijze we u kunnen adviseren bij de ontwikkeling en de implementatie van doorlopende leerroutes in uw regio.
Daar maakt u afspraken over in de samenwerkingsovereenkomst onder het kopje overstapopties.
Als er overigens sprake is van een verkorte geïntegreerde route die tussen de 2 – 3 jaar duurt, ligt het in sommige gevallen meer voor de hand om de jongere deze route te laten voltooien om hem/haar vervolgens voor een nieuwe opleiding niveau 2 of 3 in het mbo te laten kiezen in een ander opleidingsdomein of naar een andere kwalificatie.
Als u denkt dat dit de kwaliteit van uw opleiding niet ten goede komt, moet u niet voor een verkorting kiezen. De wet biedt ruimte om hiervan gebruik te maken, u bent hiertoe niet verplicht als u met een doorlopende leerroute aan de slag gaat.
In de onderwijsprogramma’s van het vmbo en de aanverwante mbo-opleiding zit echter vaak overlap. Dit leidt regelmatig tot onnodige herhaling. Deze herhaling kan met de integratie van het vmbo- en mbo- onderwijsprogramma in een doorlopende leerroute, worden geschrapt. Wij raden u aan om hier wel serieus naar te kijken. Hierdoor ontstaat namelijk ruimte in het onderwijsprogramma. Deze ruimte kan worden besteed aan verdieping of verbreding van de opleiding. Daarnaast zijn er ook jongeren die extra begeleiding nodig hebben om een startkwalificatie te halen. De ruimte die vrijkomt in het onderwijsprogramma van de doorlopende leerroute kan voor die jongeren worden ingezet voor extra begeleiding en ondersteuning.
Een andere optie is dat de opleiding wordt verkort. Verkorting kan aantrekkelijk zijn voor jongeren die sneller willen en kunnen en voor jongeren die willen doorstuderen. De mogelijkheid om de opleiding te verkorten maakt het beroepsonderwijs voor deze jongeren uitdagender en aantrekkelijker. Het geldt voor jongeren vaak als belangrijke motiverende factor om aan doorlopende leerroute mee te doen.
Het doel van de doorlopende leerroute is dat jongeren een passend en uitdagend opleidingsprogramma wordt geboden om het beste uit zichzelf te laten halen.
Vanaf het eerste jaar van een doorlopende leerroute kunt u de jongere een BPV laten volgen (dus vanaf leerjaar 3 van het vmbo). De BPV moet wel plaatsvinden bij een erkend leerbedrijf en aan de mbo-eisen voldoen.
Vanuit de overheid worden geen blauwdrukken voorgeschreven. De wet biedt ruimte, het is aan u om samen met de scholen (en bedrijven) in de regio te bespreken wat het beste in uw regio past. Mogelijk staat de samenwerking in uw regio nog in de kinderschoenen. Er zijn dan hulpmiddelen die u daarbij kunt raadplegen, bijvoorbeeld de samenwerkingstoolkit of het reflectie-instrument van de VO-raad, dat u kunt terugvinden op onze site. Dit zijn hulpmiddelen, ze kunnen u hulp bieden bij het opstarten van het regionale gesprek.
Op de digitale kaart wordt daarnaast bijgehouden welke doorlopende leerroutes er zijn. Tot slot wordt er periodiek aandacht geschonken aan een mooi voorbeeld op de site en in de nieuwsbrief die u hopelijk inspireert bij het vormgeven of verbeteren van uw regionale samenwerking.
Uiteraard, er blijft net zo veel ruimte om te switchen als in een regulier traject. Het is daarom belangrijk dat u over de overstapopties aan de voorkant afspraken maakt. De ruimte die u hiervoor biedt is dus afhankelijk van de afspraken die u hierover met elkaar maakt.
In een doorlopende leerroute hoeft de jongere overigens ook niet eerder een keuze te maken, u kunt ervoor kiezen om de route zo in te richten dat ze pas in een later stadium voor een mbo-opleiding kiezen. In de doorlopende leerroute kiest de jongere dan bij de start van de route voor een verwant opleidingsdomein in het mbo. Laat de jongeren dan in het eerste jaar van de route oriënteren op verschillende mogelijkheden in het mbo waarna ze, nadat ze echt kennis hebben gemaakt met verschillende beroepscontexten, steeds gerichter kunnen kiezen.
Juist door ervaring te hebben opgedaan met verschillende profielen of kwalificatiedossiers worden de jongeren in dergelijke doorlopende leerroutes ondersteund in hun keuze voor een kwalificatie.
De motivatie voor u als mbo om samen te werken met het vmbo kan verschillen. Redenen zijn onder andere een goede voorbereiding op en doorstroom binnen het mbo en een. soepele overgang, de daling van studentenaantallen; tekort aan docenten; voorkomen van uitva, enz.
U kunt het doen voor jongeren:
Of voor uw instelling:
De redenen waarom docenten aan een doorlopende leerroute willen bijdragen ligt vaak vooral bij de jongeren. Voor jongeren is er soms niet-functionele overlap in vmbo- en mbo-leerstof, wat de motivatie niet ten goede komt. Bestuurlijk ligt het zwaartepunt om samen te willen werken vaker bij het instellingsbelang.
De geïntegreerde leerroute is er alleen voor jongeren die de leerroute starten in de vmbo-bb, omdat een deel van de jongeren in deze leerweg extra begeleiding nodig heeft om een startkwalificatie op mbo 2-niveau te halen. Met het wegvallen van het vmbo-examen ontstaat er ruimte voor dit maatwerk. Zo kan een mbo 2-opleiding binnen een doorlopende leerroute ook worden behaald zonder het vmbo-diploma.
Het vmbo-kb hebben andere doorstroomperspectieven. De kader-leerling stroomt door naar een mbo 3 of 4-opleiding, van belang is dat hij/zij het vmbo-examen heeft behaald.
Jongeren moeten in een route naar niveau 3 en 4 een vmbo-diploma halen.
Het vmbo-examen mag wel over drie jaar (leerjaar 3 en 4 vmbo, leerjaar 1 mbo) gespreid worden afgenomen.
Een geintegreerde route kan alleen aangeboden worden aan leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg die hun leerweg vervolgen in een mbo-opleidingen niveau 2.
Een jongere kan in deze route doelgericht en onder extra begeleiding werken aan het behalen van een startkwalificatie, desgewenst binnen het vmbo. Het gaat dan om intensieve en persoonlijke begeleiding op maat, extra lessen, bijspijkeractiviteiten, het bieden van uitdagende praktijkgerichte activiteiten, het inrichten van een doorlopende pedagogisch-didactische leerlijn en/of doorlopende loopbaanoriëntatie en -begeleiding, of toewerken naar eigen verantwoordelijkheid van de jongere. U kunt zelf bepalen hoe u vorm geeft aan extra begeleiding en of u daar afspraken over maakt in de samenwerkingsovereenkomst.
De wet doorlopende leerroutes geeft ruimte aan vmbo en mbo om doorlopende leerroutes vorm te geven. Zo kan het examen van vmbo-leerlingen verdeeld worden over drie schooljaren, kan stof van een mbo-opleiding eerder aangeboden en afgesloten worden en kan er gewerkt worden met een team van docenten uit vmbo en mbo die gezamenlijk de opleiding vormgeven. Van deze, en meer ruimte, kunt u alleen gebruik maken als u uw doorlopende leerroute officieel bij DUO heeft gemeld. Voor meer informatie ga naar de website van DUO.
Het programma doorlopende leerroutes van OCW is inderdaad gestopt, maar de wet doorlopende leerroutes is als wet aangenomen. Het blijft mogelijk om van de mogelijkheden die in de wet staan gebruik te maken in doorlopende leerroutes. U kunt uw route blijven aanmelden bij DUO en een doorlopende of geïntegreerde route ontwikkelen en aanbieden aan uw leerlingen. In die route mogen docenten van vmbo en mbo lesgeven, geldt één onderwijstijd, mag het vmbo examen gespreid afgenomen worden en kunnen in het vmbo mbo-onderdelen afgesloten worden.
Op de website Sterk beroepsonderwijs staan bouwstenen die u kunt gebruiken bij het vormgeven van een doorlopende leerroute.
Vragen kunt u blijven stellen aan de werkgroep Sterk Beroepsonderwijs van MBO Raad, VO-raad, Connect Groen en SPV. De werkgroep denkt graag met u mee.
Deze datum is voor OCW een ‘meetmoment’, maar is niet ‘keihard’. Nieuwe doorlopende leerroutes kunnen het hele jaar door bij DUO aangemeld worden. Dit doet u via de site van DUO,
Ja dat kan. In een doorlopende leerroute kan een jongere ook in het derde jaar van de route (leerjaar 1 mbo) nog vmbo-examen doen. Voor dat examen is het vo verantwoordelijk, maar de jongere kan al wel mbo-onderwijs volgen en krijgt ook mbo-bekostiging.
Ja, dat is een doorlopende leerroute, als deze route door de vo- en de mbo-school gemeld is bij RIO. Een doorlopende leerroute hoeft niet per se in klas 3 al te starten.
Het nieuwe waarderingskader van de Inspectie treedt naar verwachting per 1 augustus 2021 in werking. Vanaf dat moment zal de Inspectie in haar toezicht rekening gaan houden met de doorlopende leerroute vmbo-mbo. In het waarderingskader is een bijlage opgenomen over deze doorlopende leerroutes. De verplichte samenwerkingsovereenkomst en gecombineerde PTA/OER komen daarin terug.
Nee. Voor de jongeren die in de geïntegreerde route zitten, zal geen sprake zijn van een negatief oordeel op deze onderdelen.
De informatie over de fase is opgenomen in het overzicht basisregister onderzoek (OBO). De accountant kan controle of de student ook inderdaad onderwijs in die fase volgt volgens de administratie van de vo-school of mbo-instelling.
De inspectie houdt in het toezicht rekening met doorlopende leerroutes. Er wordt door de Inspectie van het Onderwijs een kader ontwikkeld, waarin aandacht is voor doorlopende leerroutes. Dit kader is vanaf augustus 2021 van kracht.
In het herziene toezichtskader van de onderwijsinspectie, dat in augustus 2021 van kracht wordt, wordt rekening gehouden met het onderwijsrendement van leerlingen in een doorlopende leerroute.
Ja, het cijfer dat een jongere behaalt voor een gezamenlijke/geïntegreerde toets in een doorlopende leerroute kan meetellen voor het examen vmbo en voor de kwalificatie in het mbo. Daarover dient u dan vooraf afspraken met elkaar te maken in een gezamenlijk PTA/OER.
Dit is zeker mogelijk.
Bij het aanbieden van een doorlopende leerroute hebben vo-school en mbo-school de mogelijkheid om de totale opleiding één jaar korter te laten duren.
Verkorting van de opleiding is geen doel op zich, maar kan het resultaat zijn van het geïntegreerde programma. Doordat overlap uit het programma wordt gehaald, programmaonderdelen worden geïntegreerd/gecombineerd of het “zomerlek” wordt gebruikt voor het onderwijs, is het goed mogelijk om binnen de verkorte studieduur een programma van voldoende kwaliteit aan te bieden.
In de doorlopende leerroute is het daarnaast mogelijk om, net als in de reguliere mbo-opleiding het geval is, van het minimale aantal onderwijsuren af te wijken, mits de opleiding aantoonbaar van voldoende kwaliteit is.
Nee, dat hoeft niet. Mocht u dat wel willen doen, denkt u er dan aan dat u bij iedere wijziging de overeenkomst aan past.
Hoe u het vmbo- en mbo-programma daadwerkelijk in elkaar schuift legt vast in het gezamenlijk ‘PTA/OER’. In de samenwerkingsovereenkomst kan worden verwezen naar PTA/OER ten aanzien van eis onderwijskundige inrichting. Op de website zijn een bouwsteen over examinering en een handreiking ‘PTA/OER’ beschikbaar waarin aandacht wordt besteed aan het ‘PTA/OER’.
In de geïntegreerde route kunt u er voor kiezen om delen of het gehele vmbo-examinering achterwege te laten. Het is wel van belang dat in het onderwijsprogramma alle vmbo-stof behandeld wordt, het is een keuze aan de school wanneer en hoe dit wordt aangeboden. Niet ieder vak hoeft los op het rooster. Dubbelingen in de eindtermen vo en het kwalificatiedossier mbo kunnen bijvoorbeeld tegelijk worden verzorgd. Zo kunnen onderdelen van het beroepsgerichte vmbo-programma geïntegreerd worden met de modulen van het mbo (bijvoorbeeld een of meerdere keuzevakken – keuzedeel). Er zijn daarnaast vak- en sectoroverstijgende onderdelen die doorlopend kunnen worden geprogrammeerd, zoals Nederlands. Maar de stof van bijvoorbeeld Nask I moet een PIE-leerling hebben gehad als hij zijn mbo-diploma haalt.
Nee, dat gaat niet, beide diploma’s (vmbo en mbo) moeten naar niveau 3 en 4 worden behaald.
Het vmbo-examen mag wel over drie jaar (leerjaar 3 en 4 vmbo, leerjaar 1 mbo) gespreid worden afgenomen.
Ja, er is voorzien in een doorlopende wetgeving en examinering. Scholen hebben de mogelijkheid om vanaf eerste jaar van route (leerjaar 3 vmbo) mbo-stof te geven en te examineren en de eerste 3 jaren van de leerroute (leerjaar 3 en 4 vmbo en leerjaar 1 mbo) het vmbo-examen af te ronden. Ook kan leerstof van vmbo en mbo met een examen afgesloten worden. Als u gebruik maakt van deze laatste mogelijkheid dan moet u dat opnemen in een gezamenlijk ‘PTA/OER’ (zie handreiking PTA/OER).
Ja, dat mag. Voor de vakken die u afsluit moet u wel een PTA maken.
Het is niet helemaal duidelijk wat er met deze vraag wordt bedoeld, maar we interpreteren het als een vraag naar de ruimte om vmbo-examen af te ronden. Dat kan in een doorlopende leerroute in leerjaar 3n en 4 van het vmbo en in leerjaar 1 van het mbo, dus dan is het antwoord op de vraag ‘Ja’. De doorlopende leerroute kan deels of helemaal op de mbo-school of het leerbedrijf worden aangeboden, dat geldt ook voor de afronding van het vo-deel. Het vo blijft wel verantwoordelijk voor de vmbo-examinering en diplomering, ook als dat niet op de eigen vmbo-locatie wordt gegeven.
Ja, dat mag. Bedrijven bieden leeromgevingen die het beroepsonderwijs niet kunnen bieden. Daarmee verweef je het schoolse leren met het leren in de beroepspraktijk, wat vaak de motivatie van jongeren ten goede komt. Het geïntegreerd aanbieden van beroepsgericht onderwijs binnen de bpv kan zeker van meerwaarde zijn.
De wet biedt ook ruimte om meer bpv-uren en wat minder begeleide onderwijsuren (bot) te verzorgen gedurende de doorlopende leerroute. Dit zal met name aan de orde zijn als de leerroute hybride is. Het kan ook andersom, minder bpv-uren en meer bot-uren. In dergelijk gevallen legt het bevoegd gezag van de school het afwijkende programma voor instemming voor aan de medezeggenschapsraad, omdat een afwijking van de onderwijstijd moet worden opgenomen in de schoolgids en in het schoolplan.
De bpv mag in het vmbo starten, maar moet dan wel plaatsvinden in een erkend leerbedrijf en voldoen aan de eisen die het mbo aan bpv stel.
In principe kunnen alle vakken worden afgesloten in leerjaar 3. Welke vakken u afsluit hangt sterk af van de keuzes die u hier als samenwerkingspartners in maakt.
Nee, dat komt er niet.
Het examenprogramma van een doorlopende leerroute wordt neergelegd in een gezamenlijke PTA/OER. Voor het opstellen van het examenprogramma kan geput worden uit het PTA en de OER die geldt voor het afzonderlijke vmbo-programma dan wel de mbo-opleiding. In de handreiking PTA/OER die op de website staat wordt dit uitgewerkt en worden voorbeelden gegeven.
Een doorlopende leerroute is een onderwijsprogramma vanaf het 3e leerjaar van het vmbo tot en met een mbo-diploma, waarin zowel een vmbo-diploma als een mbo-diploma wordt behaald. Dat betekent dat je in deze routes ook de eindtermen uit de examenprogramma’s van het betreffende vmbo-profiel moet afronden. In het onderwijs- en examenprogramma van een doorlopende leerroute is het mogelijk om vmbo- en mbo-onderwijs en examinering te integreren. Zo kunnen delen van het mbo-onderwijs in de eerste twee jaar van de route aan bod komen en worden geëxamineerd. Om vmbo-scholen en mbo-instellingen de mogelijkheid te bieden één geïntegreerd onderwijs- en examenprogramma vorm te geven, kunnen vmbo-examens tot en met het derde jaar van de doorlopende leerroute worden afgesloten. In de geïntegreerde route kunt u er voor kiezen om delen of het gehele vmbo-examinering achterwege te laten. Het is wel van belang dat in het programma de vmbo-stof behandeld wordt.
Alle vakken moeten in de doorlopende leerroute aan de orde komen, het is een keuze aan de school hoe dit wordt aangeboden. Niet ieder vak hoeft dus los op het rooster. Dubbelingen in de eindtermen vo en het kwalificatiedossier mbo kunnen bijvoorbeeld tegelijk worden verzorgd. Zo kunnen onderdelen van het beroepsgerichte vmbo-programma geïntegreerd worden met de modulen van het mbo. Er zijn daarnaast vak- en sectoroverstijgende onderdelen die in het onderwijsprogramma doorlopend kunnen worden geprogrammeerd. Te denken valt aan de kernvakken, zoals Maatschappijleer – Burgerschap.
Het achterweg laten van het examen kan alleen in een geintegreerde leerroute van de basisberoepsgerichte leerweg naar niveau 2 van het mbo.
Een leerling in een geintegreerde leerroute hoeft geen examen te doen. Het is echter wel van belang dat in het onderwijsprogramma de vmbo-stof behandeld wordt.
U kunt overigens juist in een geïntegreerd programma een aantal van de kernvakken ook doorlopend programmeren, te denken valt aan Nederlands, Rekenen, Maatschappijleer – burgerschap. Voor een vak als Lichamelijke opvoeding is dit wellicht lastiger, maar daarvoor geldt ook dat jongeren dit in de route wel moeten volgen.
De eerste twee jaren van de doorlopende leerroute is de jongere ingeschreven op de vmbo-school. De vmbo-school is in die periode ook verantwoordelijk voor de naleving van wet- en regelgeving zoals opgenomen in de WVO. Enige uitzondering hierop is dat de mbo-school te allen tijde verantwoordelijk blijft voor het mbo-onderwijs en de mbo-examinering en -diplomering.
Na twee jaren wordt de jongere overgeschreven naar de mbo-school. Vanaf dat moment wordt de mbo-school verantwoordelijk voor de naleving van wet- en regelgeving opgenomen in de WEB en is de mbo-school ook het eerste aanspreekpunt voor de jongere. De regels opgenomen in de WEB over bijvoorbeeld de verzuimregistratie, verwijdering, de klachtprocedure en de medezeggenschap zijn vanaf dat moment van toepassing op de jongeren. Ook hier geldt weer dat de enige uitzondering is dat de vmbo-school verantwoordelijk blijft voor vmbo-examinering en -diplomering.